Geheimzinnige vergiftiging

Op 8 mei 1908 schrijft Het Laatste Nieuws over “Eene geheimzinnige zaak te Edeghem”. Het gaat over een man die beschuldigd wordt een jonge vrouw te hebben vergiftigd.

Het Journal de Charleroi weet meer, de dag daarop komt dit in minstens 15 kranten in België en Frankrijk.  Een 47 jarige Fransman H.R. reisde in Frankrijk met een 26 jarige ziekelijke divorcée M.d’O., die niet terug naar haar ouders mocht komen wonen. In april kwam hij met de doodzieke vrouw aan in hotel Métropole in Antwerpen. Hij huurde voor haar genezing “op den buiten” in Edegem de villa “Marguerite” waar hij haar meubelen uit Chartres deed plaatsen, de tuin deed aanplanten en een dienstmeid liet wonen.

De dag van de verhuis was de jonge dame zo ziek dat ze naar het hospitaal moest, volgens de dokter een arsenicumvergiftiging. H.R. werd gevangen gezet onder verdenking van moordpoging.  Het feit dat de man een beetje een oplichter was hielp hem niet. In november, na een laatste vruchteloze ondervraging van de dame, is H.R. bereid te verklaren hoe het kwam dat de dame arsenicum nam. Het waarom komen we niet te weten, maar het was voldoende voor de procureur om op 19 november een bevel van niet-vervolging tegen H.R. uit te spreken. In mei 1909 worden de villas Marguerite  en Myna openbaar verkocht.

Naar top